De overstap naar Sevilla is vrij makkelijk. De tante van Mano heeft een huisje in Sevilla dat leeg staat. Daar kunnen ze zo in.
Mano start een schildersbedrijf en bouwt binnen no time een klantenkring op. Verdient weliswaar lang niet zoveel als in Nederland, maar heeft ook niet zoveel kosten. “Uiteindelijk kun je ongeveer hetzelfde doen met wat je overhoudt”. Inma vindt een baan bij een Sevilliaans bedrijf dat houten winkelmeubilair bouwt op internationaal niveau, in het luxe segment. Denk hierbij aan Nespresso boetieks, Armani shop in shops, Massimo Dutti e.d. “Ik was de enige die verschillende talen sprak, dus ik kon meteen aan de slag. Ik reisde veel en heb er tot in 2019 met veel plezier gewerkt.”
Definitief besluit
Binnen een half jaar weten ze het zeker. Het wordt Andalusië. Ze vinden een leuk huis in het kleine dorp Albaida del Aljarafe, een klein halfuurtje van Sevilla. Het dorp heeft ruim 3000 inwoners en je gaat er zo’n 50 jaar terug in de tijd. De mensen zijn er zeer gemoedelijk. Je hebt er misschien twee kledingwinkeltjes, maar wel negen kroegen en een paar goede restaurants.
“We wonen daar fantastisch, heerlijk rustig. Een fijn huis met een tuintje en zelfs een klein zwembad. Je ademt er zuivere lucht in, hoort er fluitende vogeltjes, balkende ezels en kraaiende hanen, die af en toe al om drie uur in de ochtend beginnen. Je slaapt er met de ramen open en airco uit. Zoveel lekkerder. Tegenover ons huis is een stuk weiland waar af en toe een paard staat.
Zo ook tijdens een zomer. Toen waren er mensen met twee kleine dochtertjes. Het witte paard in de wei werd al snel het paard van Sinterklaas. De meisjes mochten hun schoentje zetten met een wortel er in, en ja hoor, de volgende dag zat er een kadootje in hun schoen. En dat in augustus…”
Mano doet zijn schildersbedrijf in Nederland over aan een vriend. Het huis wordt binnen 1 dag verkocht aan de overbuurvrouw. De ouders van Inma komen na hun pensioen ook naar Spanje en strijken neer in hetzelfde dorp.