Dierenliefde en beestenboel
Angela en James hebben een groot hart. Voor mensen, maar ook voor dieren. Hoeveel dieren hebben jullie?
James: “We hebben vier katten, drie uit het asiel en eentje is aan komen lopen. Die ging op bed liggen en dacht: ‘Zo ik ben thuis’ en is nooit meer weggegaan. We hebben twee rode rakkers, een Noorse boskat en een korthaar.”
Peca, de dalmatiër
Angela: “Peca heeft ons uitgekozen. Is ook aan komen lopen. Hij was ontzettend ondervoed en zat onder de vlooien, echt heel zielig.”
James: “Ik dacht o jee. Zo lang ik Angela ken heeft ze gezegd: ‘Als we ooit een hond nemen, dan wil ik een dalmatiër.’ Ik zat niet echt op een hond te wachten en bedacht ineens, die hond moet gechipt zijn want het is een rashond. Toen we bij de dierenarts kwamen bleek dat inderdaad het geval te zijn. Dus ik dacht: ‘Yes!’
Zo hadden we de eigenaresse snel te pakken. Die zei: ‘Oh ik ben hem al drie dagen kwijt, maar heb nog geen tijd gehad om daar melding van te maken.’ Volgens de dierenarts klopte daar helemaal niets van. De hond had volgens haar zeker maandenlang op straat rondgezworven.
Na zeven weken wilde de eigenaresse haar hond op komen halen. Toen zei Angela: ‘Je komt mijn terrein niet op en de hond krijg je ook niet mee. Deze hond is maandenlang volledig verwaarloosd. Jij zorgt niet voor hem. Laat hem hier, hier heeft hij de ruimte en wordt er wel goed voor hem gezorgd.’ Op z’n Spaans werd het een heel gedoe. De eigenaresse riep: ‘Ik haal de politie erbij’ en Angela riep: ‘Dan haal ik de dierenpolitie erbij.’ Uiteindelijk zei de eigenaresse: ‘Je hebt eigenlijk wel gelijk, ik kan niet voor hem zorgen, ik woon in een appartement en heb een drukke baan. Prima, houden jullie hem maar.’ En zo kwam Peca in ons leven en is gebleven.”
James: “En nu zit ik met dat stinkdier opgescheept.” Angela: “Ik ook”. James: “Maar jij wil dat. Hij was hier en de volgende dag was dit zijn huis en ging hij het bewaken, hard blaffen als er mensen kwamen. Hij moest er even aan wennen dat we met gasten werken.”
Angela: “In het begin was hij ook heel schuw. Hij is gek op brood, maar als ik een pistoletje in stukjes scheurde en in de tuin gooide, dan kromp hij ineen. Het was niet zo dat ik hard stond te keilen of zo. Het gaat steeds beter. Nu rent hij er op af en denkt welk stukje ga ik het eerst pakken.”
James: “Hij geeft ook van die liefdesbeetjes met z’n tandjes. Maar hij moet leren dat dat niet meer mag. Soms ben ik aan het praten met gasten en dan begint ie weer. Als ik dan met mijn hand wuif dat hij daar mee moet stoppen, dan schrikt hij gelijk. Dan zie ik de gasten denken: ‘O jee, die hond wordt vast geslagen’ Dus dan vertel ik het verhaal maar weer. Man bijt hond, haha.”