Mariquita la Posá
Om een einde aan de pestepidemie te maken trouwt een jonge, lokale vrouw María (Mariquita) met een oude tovenaar die in een grot in Mojácar woont. Deze tovenaar belooft het volk te redden, maar komt, bang om zijn bruid te verliezen, zijn afspraak niet na. Als de tovenaar slaapt grijpt Maria de pot met reddingsvloeistof, giet deze uit en geneest zo het volk.
Doordat de pot breekt en er een druppel op haar hand valt, ontstaat er een mysterieus gat en betovering, zodat ze de grot nooit meer definitief kan verlaten.
Er wordt gezegd dat Mariquita ‘s nachts door de straten van Mojácar rondwaart, treurend over haar lot. Zij wordt gezien als de beschermfee van de stad.
Je vindt deze grot op de helling richting Mirador de la Plaza Nueva.