Afscheid van Algarinejo
Nog een laatste keer ontbijten met het fantastisch uitzicht bij Hacienda La Buena Vida. Nog een paar keer het speeltje van Mutske weggooien, zodat zij er weer vol enthousiasme achteraan kan rennen. Zelden zo’n actieve hond gezien en dat in dit warme klimaat.
We maken nog een laatste babbeltje met Inge en Geertjan en dan is het toch echt tijd om te vertrekken.
Met de tips op zak, dat we toch vooral ook even naar Moclín moeten gaan en het heksendorp Soportújar moeten bezoeken, nemen we afscheid. We hebben hier echt heerlijke dagen gehad.
Moclín
Onze eerste stop is Moclín, een heerlijk bergdorp met bovenop de berg een fraai kasteel. Je kunt er fantastisch wandelen, maar voor vandaag zit dat er niet in. We hebben al met al een autotocht van zo’n 3,5 uur. We besluiten nog een keer terug te komen om hier te wandelen. Nu slenteren we kort door het dorp en genieten van het fraaie uitzicht op het kasteel. We drinken even iets op een terrasje en stappen weer in. Op weg naar de heksen.
Soportújar
Het is nog een aardig ritje naar Soportújar. Al slingerend over de, overigens prima, weg, rijden we naar boven totdat we het dorp bereiken. Boven in het dorp vinden we een parkeerplek voor € 5,00. Best prijzig voor een bergdorp. Maar ach, het is wel een bijzonder dorp.
Het dorp is eigenlijk een wit dorp, zoals er vele zijn in Andalusië. Hier hebben ze echter iets bedacht om toeristen te trekken. Het hele dorp ademt een heksensfeer. Zo vind je hier het snoephuisje van Hans en Grietje, heksen op bezemstelen, zwarte katten, een reuze slang, spin, heksenhoofd etc. Het is ontzettend grappig om door het dorp te wandelen en steeds iets nieuws tegen te komen. Ook leuk om met kinderen te doen. Tenminste als ze niet bang zijn voor heksen, spinnen en slangen.
Natuurlijk zijn er ook de nodige terrasjes en souvenirswinkeltjes. Hier begrijpen ze prima hoe toerisme werkt.
B&B Casa el Oasis
We stoppen voor de lunch in Órgiva bij restaurant Puerta Nazarí. Daar geniet ik van een heerlijke couscous met groente en Bart van een visgerecht. We kunnen er weer tegen en rijden het laatste stuk, ook nog een uurtje, naar ons nieuwe adres voor de komende dagen in Almuñécar.
B&B Casa el Oasis ligt zo’n 7 kilometer van de stad Almuñécar. Het laatste stuk slinger je naar boven. Zo’n weg, zonder vangrail en met hier een daar een scherpe bocht, vind ik toch altijd weer spannend. Zeker zo’n eerste keer. Doordat een middenstreep ontbreekt voelt zo’n weg ook smaller aan dan deze in werkelijkheid is. Maar de weg is geasfalteerd en op vele plekken kun je prima een tegenligger hebben en is er voldoende ruimte om te passeren. Zonder problemen bereiken we dan ook ons adres.
Als we de B&B bereiken zie je een deur in een muur. Zodra je door de deur bent, valt je mond open. Wat een ruimte zeg. Je kijkt op het fraaie zwembad en in de vrije natuur. Een oase van rust. We horen vogeltjes en kikkertjes. Onze kamer bereiken we via een trap naar boven en is ruim. We hebben ook een leuk zitje buiten.
We worden hartelijk welkom geheten door Leo en Sandra, de eigenaren.
De B&B is verdeeld over diverse lagen. Het is allemaal veel ruimer dan dat je zou verwachten als je voor de blauwe deur staat. Bij binnenkomst vind je de eerste kamer. Als je de eerste trap afdaalt kom je bij het ruime zwembad. Daarbij bevindt zich ook een gastenkamer. Onze kamer bereikten we weer via een trap omhoog.
Als je bij het zwembad de trap afdaalt, dan bereik je de ontbijtruimte buiten, een voor de gasten ingerichte binnenruimte en een keuken. Kortom alles is aanwezig. En als klap op de vuurpijl is er buiten een oven om brood of pizza’s in te bakken. Kortom weer een mooie plek om een tijdje te verblijven.